Thomassen Dieselmotoren is een Nederlands bedrijf dat bekend staat om zijn expertise in de productie van dieselmotoren en systemen voor maritieme toepassingen en industriële toepassingen. Het bedrijf werd opgericht in de 19e eeuw en heeft door de jaren heen een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van dieseltechnologie.
Het was een toonaangevende fabrikant van dieselmotoren, die veel werden gebruikt in schepen, evenals voor stationaire toepassingen zoals generatoren en industriële machines. Thomassen was vooral bekend om zijn robuuste, betrouwbare motoren die geschikt waren voor zware toepassingen.
In de jaren '90 werd Thomassen Dieselmotoren overgenomen door de MAN SE groep, een Duits bedrijf dat actief is in de productie van motoren, scheepsmotoren en andere industriële toepassingen. Dit leidde tot de integratie van Thomassen in het grotere MAN-netwerk, waardoor het bedrijf toegang kreeg tot meer middelen en technologie.
Vandaag de dag bestaan de Thomassen Dieselmotoren, als merk, niet meer op dezelfde manier als vroeger, maar de naam blijft geassocieerd worden met kwaliteit in de dieselmotorindustrie, vooral in de maritieme en industriële sector.
Een van de zonen van molenaar en stoomwerktuigenfabrikant Willem George Frederik Thomassen (Rheden, 1803 – Linschoten, 1881), Geurt (Arnhem, 1837-1928), begon in 1883 een smederij en reparatiewerkplaats in de Rodenburgstraat in Arnhem. De eerste werkzaamheden van het bedrijf hadden te maken met windmolens en met de spoorwegen. De door hem ontwikkelde machine voor het scherpen van molenstenen werd aan molenaars in heel Nederland geleverd, gevolgd door complete maalinrichtingen, vaak inclusief een stoominstallatie. In 1892 verhuisde het bedrijf naar een groter pand in de Weerdjesstraat in Arnhem en werd daar in 1893 voortgezet onder de naam Thomassen & Co.
In 1922 vond de verhuizing naar De Steeg (Gelderland) plaats. Daar verkreeg het bedrijf een aaneengesloten terrein van ruim 10 ha met eigen spooraansluiting en volop de ruimte om verder te groeien. Maar de verwerving en nieuwbouw bracht een drukkende schuldenlast teweeg, waarbij de Bataafse Petroleum Maatschappij de helpende financiële hand toestak, in ruil voor een aanzienlijk belang. In de jaren dertig viel de afzet ver terug, in 1930 werden 170 van de 440 werklieden ontslagen, het jaar daarop nog eens 80, uiteindelijk bleven 190 werklieden over. Het wegvallen van het traditionele orderpakket werd deels gecompenseerd door het maken van bussen, onder meer in automobielcilinders, en tandradpompjes voor de kunstzijde-industrie. De wederopbouw bracht weer een grote opbloei. Midden jaren vijftig telde Thomassen een 700 werknemers. Dezen werkten grotendeels, een 80%, voor de export.
Meer info: Wikipedia